Een ww-uitkering is een WerkloosheidsWet-uitkering. Een werknemer is verzekerd tegen de financiële gevolgen van het verlies van werk. Deze verzekering is verplicht voor alle werknemers met een arbeidscontract. In principe betaalt de werkgever de premie, hij houdt deze in van je brutoloon.
In aanmerking komen voor een ww-uitkering
Om in aanmerking te komen voor een ww-uitkering moet aan bepaalde voorwaarden voldoen:
- Je moet minimaal 5 werkuren per week verliezen. Je kan dus ook een ww-uitkering aanvragen wanneer je slechts gedeeltelijk werkloos wordt. Kijk voor meer informatie hierover bij het artikel “Gedeeltelijk ontslag”.
- Je ontslag moet niet verwijtbaar zijn. Kijk voor meer informatie bij Verwijtbaar werkloos.
- Je moet voldoen aan de wekengrens, d.w.z. dat je in de 36 weken voorafgaande aan je ontslag, minimaal 26 weken gewerkt moet hebben
De hoogte en de duur van de ww-uitkering
Wanneer je aan bovenstaande voorwaarden en aan de wekengrens voldoet, kom je aanmerking voor een ww-uitkering. Deze ww-uitkering zal de eerste twee maanden maximaal 75% van het laatst verdiende loon zijn en in de maanden hierna wordt het maximaal 70% van het laatst verdiende loon. De maximale ww-uitkering is sinds 1 januari 2014 €3.214,= bruto per maand voor de eerste twee maanden en €2.999,= bruto per maand voor de daaropvolgende maanden. Je moet dus al een behoorlijk salaris hebben, wil je hier boven komen.
De duur van de ww-uitkering heeft te maken met je arbeidsverleden. Dit is een wat lastige berekening. Het kan helpen, wanneer je bij het UWV inlogt om te kijken naar het bij hun bekende arbeidsverleden. Als je in de vijf jaar voor het jaar dat je werkeloos werd vier jaar of meer gewerkt hebt, kom je in aanmerking voor een verlengde ww-uitkering (langer dan drie maanden). Wanneer je in die vier jaar minimaal 52 dagen loon hebt ontvangen, telt dit jaar mee als kalenderjaar.
Soms tellen ook de jaren mee waarin je de zorg had voor een kind van 5 jaar of jonger (verzorgingsforfait), de zorg had voor een gehandicapte of zieke (mantelzorgforfait), in een ander land werkte of wanneer je in die jaren een WIA of WAO-uitkering kreeg. Ieder jaar telt mee voor een maand. Dat komt er dan grofweg op neer dat een arbeidsverleden van 10 jaar minimaal 10 maanden ww-uitkering en een arbeidsverleden van 15 jaar minimaal 15 maanden ww-uitkering oplevert.
Naast het feitelijke arbeidsverleden telt ook het fictieve arbeidsverleden mee. Dit zijn alle jaren tussen 1998 en het moment dat je 18 jaar werd. Deze twee uitkomsten, het feitelijk arbeidsverleden + het fictieve arbeidsverleden, bepalen uiteindelijk het aantal maanden waarop je recht hebt op een ww-uitkering tot een maximum van 38 maanden.
Wijzigingen in de duur van de ww-uitkering
Vanaf 1 januari 2016 wordt de duur van een ww-uitkering langzaam terug gebracht met 1 maand per kwartaal totdat de ww-uitkering in 2019 nog maar maximaal 2 jaar is. Ook worden de ww-rechten langzaam afgebouwd. In de eerste 10 jaar van je loopbaan heb je dan per gewerkt jaar recht op 1 maand WW en daarna heb je recht op een half jaar per gewerkt jaar.
Meer informatie over de ww-uitkering kijk dan bij:
WW-uitkering, hoe lang behouden
WW-uitkering stop zetten